Spreekangst is net als met je hoofd in de bek van een bouvier

Spreken voor een groep is eng, vind je niet?

Soms zou je -laten we eerlijk zijn- nog liever een vingerkootje laten amputeren dan dat podium op stappen om te spreken voor een groep mensen. Presenteren, speechen of een praatje houden is voor weinig mensen iets om naar uit te kijken. Wat zijn normale zenuwen als je moet spreken voor een groep? Wanneer ben je abnormaal nerveus? En nog belangrijker, wat kun je ertegen doen? Kijk, we zijn hier niet psychologisch centrum voor hulp bij spreektrauma’s, maar we kunnen er wel wat zinnigs over zeggen vanuit de praktijk. Dus dat gaan we doen.  

Een groep is al snel een groep 

Maar eerst hè? ‘Spreken voor een groep’ of ‘spreken voor publiek’; dat klinkt al snel alsof je minstens op een podium met 100-plus mensen in de zaal moet staan voordat je het over sprekerszenuwen mag hebben. Maar dat is natuurlijk onzin. Voor de meeste mensen is een presentatie voor een paar collega’s al reden om wat extra deo op te spuiten die ochtend. Het is een kwestie van perspectief; voor de ene voelt een voorstelrondje al als een spreekmoment, voor de ander is een speech voor twintig collega’s spannend. Dus wat is een groep? Dat bepaal jij.  

Signaal vanuit je hersenen 

Je lichaam vertelt je wanneer er gevaar is en je beter rechtsomkeert kan maken. Dat signaal komt vanuit je hersenen en het is reuze verstandig daarnaar te luisteren wanneer je bijvoorbeeld tegen het verkeer in rijdt of iemand zegt ‘steek jij eens even je hand tussen de kaken van deze alligator, hij bijt niet hoor!’. Super dat je dan even een seintje krijgt. Maar soms moet je dit negeren. Bijvoorbeeld: wél het vliegtuig in stappen als je die ticket hebt gekocht om op vakantie te gaan, terwijl je vliegangst hebt. Of toch naar de dokter om die ingegroeide teennagel te laten fiksen. Eng, maar verstandig. Alleen hebben je hersenen daar geen boodschap aan. 

Spreken voor publiek is eng 

Als je dat accepteert, dat het gewoon eng is, dan klopt je fysieke reactie ook. Daar sta je dan, de avond van tevoren, met je blaadje te oefenen in de badkamer. Je hersenen zeggen tegen je: ‘dit moet je niet doen joh, stuur een mailtje dat je er vanaf ziet’. Maar dat doe je niet, want wie gaat die presentatie dan geven? Dus je zet door, en dan zeggen je hersenen ‘s avonds in bed ‘luister, ik heb je gewaarschuwd; je kan dit beter niet doen.’ Bel je dan nóg niet dat je de griep hebt en helaas niet kan komen, dan gooit je hoofd er zo nodig nog een schepje bovenop: ‘je gaat af als een gieter! Iedereen die je ziet vraagt zich af wat je daar doet, super gênant wordt het!’  

Wie niet luisteren wil… 

Een uur voor je presentatie gaat er groot alarm af. Als jouw hersenen merken dat je niet voor rede vatbaar bent gaan ze je lijf saboteren. Wie niet horen wilt, die moet maar voelen. En dan gaat de trukendoos open. Lekker een droge mond, bibberende handen waardoor je papiertje trilt, knikkende knieën, vlekken in je nek, piepstem, koud zweet, tintelende handen. Of nog een tikje erger, vlak voordat je moet presteren: gierende diarree, overgeven. En dan vrolijk lachend knikken naar je collega, dat je er reuze zin in hebt. Ja hoor; we’ve been there. 

Spreekangst is normaal 

Waarmee we maar willen zeggen: het is heel normaal om nerveus te zijn als je moet spreken voor een groep en van alles door je lijf te voelen gieren. En of dat nou een handjevol collega’s zijn, of een groep vrienden, of een zaal vol experts. Accepteren is de sleutel. Leer je fysieke reacties kennen en herkennen. Klotsende oksels en knikkende knieën? Niet leuk, maar wel heel normaal.  Maak je je echt te druk? Dan kan een cursus spreken voor publiek helpen, omdat je dan kan oefenen in een veilige omgeving.